woensdag, december 01, 2010

Gedaan krijgen wat je doen wilt

"Jij hebt makkelijk praten", kreeg -en krijg ik nog steeds af en toe- te horen, "jij hoeft niet iedere dag op voor je baas. Bij jou is je hobby je werk".

Je zou denken dat dat fijn is, niks moeten. Maar van mijn positie uit bekeken hebben juist al die 'werkers', al die mensen met hun dagelijkse verplichtingen, eigenlijk maar een luizenleventje - of ze nou hard werken of de kantjes ervan aflopen. Immers, je wordt als het ware gedwongen om 's-ochtends op te staan, juist vanwege je werk. De hele dag door word je beziggehouden door collega's, bazen, klanten of door het briefje op je bureau met daarop de krabbel 'doe dit even'. Mensen willen helemaal geen leven zelf moeten leiden, ze willen af en toe net even voldoende adempauze om in hun door anderen opgelegde ritme te kunnen blijven doorgaan, en dat leeft relatief makkelijk.

En dat is precies mijn (luxe-)probleem: er is niks in mijn leven dat me dwingt om iets te doen, of te laten.
De vraag is dus: als het gemiddelde mensenleven van 's-ochtends ('opstaan voor de baas') tot overdag ('uitvoeren wat anderen je aanreiken') tot 's-avonds ('sociaal zijn met vrienden', 'sportclub', 'niet op de bank hangen!') afhankelijk is van het ritme van anderen rondom, hoe moet je dan je leven leiden als dat ritme niet wordt aangereikt?

Oftewel: zelfdiscipline, hoe doe je dat?


Ik zeg je eerlijk: na al die jaren gaat het bij mij nog steeds niet optimaal en heb ik mezelf nog steeds niet honderd procent in het gareel. Maar ik heb in de loop der tijd wel wat ervaring opgedaan, ik heb foute wegen ingeslagen en heel af en toe een goeie. En daar is de onderstaande ervaring uit voortgekomen.

Zelfdiscipline klinkt hard en zwaar, maar in de kern is het afhankelijk van drie woorden:

1.- verlangen
2.- partitionering
3.- 'de juiste tijd'


1.- verlangen
Het probleem bij zelfdiscipline ligt niet in het doen maar in het willen: als we genoeg willen gaan we vanzelf wel doen, dan zetten we er dingen voor opzij die voorheen zo belangrijk leken te zijn.
Een voorbeeld: extra vroeg opstaan om je oefeningen te doen is gewoon móeilijk. Maar als je verlangen om die oefeningen gedaan te hebben groot genoeg is, dan ben je op een gegeven moment als vanzelf bereid om de leuke dingen van de avond en de nacht opzij te zetten zodat je eerder naar bed gaat... waardoor vroeger opstaan geen probleem meer is.

Denk dus liever wat minder over dat je je oefeningen moet doen, en richt je meer op de meerwaarde die ze voor jou hebben; hoe goed het voelt als je ze hebt doorlopen bijvoorbeeld, of hoe je nu toegang kunt krijgen tot weer een volgende stap in je ontwikkeling.

Dit is de betekenis van 'niet kunnen is niet willen'.


2.- partitionering
Er zijn altijd van die momenten in de dag of in je leven dat je wat lager in je energie zit, en dat zijn de momenten waarop je enorm tegen je aankomende 'verplichte' inspanningen kunt opzien. Zozeer dat je ze zou skippen als je zou kunnen. Het jezelf heel laf ziekmelden op maandagochtend omdat je nog een kater hebt van de avond tevoren is hier een treffend voorbeeld van.

Mijn persoonlijke oplossing schuilt in het kleiner maken van de te verrichten taak: grote taken, daar zie je groot tegen op; kleine taakjes zijn makkelijk uit de weg te ruimen. 
Zo ga ik zelf bijvoorbeeld, althans in mijn hoofd, nooit beginnen aan een volledige ochtendtraining van een uur of langer, nee: ik begin met één oefening. En die oefening is nog rete-simpel ook ('staan'), ik hoef er niet voor op te warmen, ik hoef niks aan voorbereidingen te doen en er is geen enkele denkbare smoes om hem niet te doen.
Uiteraard is die oefening een eerste uit een lange reeks, maar die hele reeks komt in mijn gedachten niet voor; alleen die eerste oefening, en dat is de enige oefening die ik 'moet' van mezelf. En als ik dan eenmaal bezig ben is er een tweede, en op dat moment hoef ik die hele reeks niet te doen, nee, ik mag van mezelf stoppen na de tweede oefening. En zo ook met betrekking tot de daaropvolgende oefening uit de reeks, en de dááropvolgende.

Ik doe eigenlijk nooit echt Grote Dingen en ik heb, op deze wijze, geen Belangrijke Taken; ik heb het nooit druk want ik doe maar één heel klein dingetje. Maar vervolgens kan ik uren en uren bezig zijn: met één klein dingetje... tegelijk.


3.- de juiste tijd
Dit is de noemer die ik zelf het langst heb onderschat, maar na jaren verkeerd te werk gaan durf ik nu te zeggen: de enige juiste tijd is een vaste tijd; zus-en-zolaat doe je die oefening, en niet een kwartier eerder of later.
Oefenen als het je uitkomt of als het in je opkomt heeft geen enkele zin: dan wordt het te casual voor lichaam en geest en misschien leef je jezelf lekker uit, maar je zult amper feitelijke winst boeken.

Echter, zodra je een vast tijdstip hanteert zullen geest en lichaam zich prepareren en ten volle inzetten als de tijd dáár is: het lichaam presteert beter en duidelijker, de geest neemt scherper waar. Je hebt de druk van het willen oefenen groter laten worden tot het moment dat het vanuit jouw controle en beheersing ook mócht en als je dan eens een keertje wat minder zin hebt kan de regelmaat van alledag je er alsnog doorheen trekken.
Zo wordt er optimaal voordeel gehaald uit de training, voelt het lichaam zich beloond en is de geest voldaan waardoor het opnieuw verrichten van zo'n sessie een volgende keer een lagere drempel zal hebben.

Zo werkt het voor mij in ieder geval; misschien heb je er ook wat aan.