donderdag, juli 22, 2010

Aard, Natuur en Intentie

Eén van de pluspunten van Tai Chi is dat het ontzettend analytisch is. Zo kwamen we gisteren tijdens de pushing hands-training over 'intentie' en 'wil' te praten, en met name over onze vaste uitspraak "yi shou dantian", 'de yi moet in het dantian bewaard blijven'. Wat is hier het nut van? Moet je yi, je 'intentie' of 'aandacht', niet voorwaarts worden gericht dan?
Onze ideeën met betrekking tot dit onderwerp zijn als volgt:

We moeten drie zaken onderscheiden.

1.- wat is de xing - 'Aard van de persoon'?
Als je vechtkunstlessen geeft blijken er, in de kern, in een stress- en conflictsituatie eigenlijk maar vier mensentypes te zijn:

A.- loopt vóóruit en duikt er kordaat bovenop, ongeacht het risico;
B.- stapt min of meer zijwaarts om het even te bestuderen en handelt van daaruit doelgericht en trefzeker;
C.- loopt àchteruit maar handelt vóóruit;
D.- bevriest.

Let wel, dit zijn basiskenmerken van je persoonlijkheid. Je kunt hieromheen trainen maar je zult het nooit kwijtraken; en als je helemaal in het nauw gedreven wordt is dit wat je van jezelf gaat tegenkomen, dus je kunt het maar beter van jezelf accepteren en ermee leren werken.

De 'vooruit-loper' is iemand die van nature de ander wil opdrijven en voortdurend onder druk wil houden. Erg prettig als je toch al de zwaarste en sterkste bent maar gevaarlijk als je dat níet bent; en die situatie komt iedereen wel eens tegen.

De 'opzij-stapper' is eigenlijk een soort van twijfelaar: voor- of achteruit gaan? Met als gevolg dat-ie vrijwel automatisch aan de zijkant belandt. Dit werkt in het leven zo, en in de vechtkunst is het niet veel anders. Denk eraan: 'aan de zijkant staan' is dus niet hetzelfde als 'buitenspel staan'; het betekent dat jij je ding kunt doen terwijl de ander nog voortdendert in zijn oude patroon.

Een 'achteruit-loper' is levensgevaarlijk als vechter: je denkt dat je -em kunt hebben en wilt hem opdrijven, maar dat is nu net zijn spel; hij gaat achteruit, geeft voortdurend toe en maakt dat jij in beweging moet komen; en onderschept vervolgens jouw handeling wanneer het hèm uitkomt.
Nadeel van een achteruit-vechter zijn is dat er maar weinig leraren zijn die 'achteruit gaan' als een positieve vaardigheid onderkennen, en je zult meestal jezelf hierin moeten scholen.

En een 'bevriezer', sja... daar kun je geen vechter van maken dus daar valt verder weinig over te zeggen.

NB. Soms loop je een school binnen waar gezegd wordt 'het moet zó'; waarmee bedoeld wordt dat je per sé altijd vooruit moet gaan, of juist altijd opzij moet stappen, enzovoorts.
Daar zijn minstens twee redenen voor. Het zóu bijvoorbeeld hebzucht van de leraar kunnen zijn omdat hij grote groepen wil hebben inplaats van individuen begeleiden: maar hoe kun je dertig leerlingen individueel begeleiden naar de aard van hun karakter? Dús laat hij iedereen op dezelfde manier bewegen en reageren: dat is makkelijk, lekker overzichtelijk èn iedereen heeft er een thuisgevoel ('zo zijn wij') bij.
Maar in principe geloof ik niet dat dit zoveel voorkomt en ga ik ervan uit dat elke leraar resultaten wil boeken, lees: leerlingen 'goed' wil maken. Als hij geld had willen verdienen was -ie wel een snackbar begonnen of een carrière in het bedrijfsleven aangegaan of zo.
Rest de tweede mogelijkheid: het is zo overgeleverd. Maar bedenk dan wel dat die overlevering ooit in gang is gezet door iemand die één van de bovenstaande karaktertypes was en die vervolgens ofwel zo is nagedaan door zijn leerlingen, ofwel heeft hij zelf verordonneerd 'zo moet het'. Maar er is niks op tegen om het ánders te doen.

Kijk bijvoorbeeld eens naar de onderstaande uitvoeringen van danbian:


Links zie je Chen Fake als representant van de bron van alle Tai Chi, de Chen-stijl. Is dat een goede danbian? Is de danbian van Yang Chengfu (tweede van links) dan verkeerd, immers, die is duidelijk anders (meer naar de zijkant gericht en uitgelijnd)? En als we naar twee rechtstreekse leerlingen van Yang Chengfu kijken, Dong Yingjie (derde van links) en Zheng Manqing (meest rechts) -beide meester in hun eigen recht- dan wijken zij niet alleen af van elkaar, maar ook van hun meester... en zij oefenden in dezelfde periode dus daar kan het niet aan liggen. Hoe kan dat dan?
Dat is mogelijk omdat in de tijd was Tai Chi nog gewoon een bundeling aan conceptuele handelingen was, vrij vorm te geven naar je eigen karakter en aard. Zoals mijn Tit Khunsite-leraar meneer Tan ooit zei: "Hoe het eruit ziet is niet belangrijk; als het werkt dan is het goed".

Precies zo bewegen als je leraar is alleen zinvol als je dezelfde bouw -fysiek maar zeker ook mentaal!- hebt áls die leraar. Precies zo bewegen als de bond het voorschrijft of zoals het op foto's van 'de meester' staat is killing voor je vaardigheid. Volg de principes en zoek je eigen weg: ken jezelfwiki.

2.- wat is de ziran - 'natuur van de handeling'?
Er zijn veel soorten handelingen in het leven, maar we hebben het hier over vechtkunst. En dan wordt het leven ineens prettig simpel want of een beweging nou vooruit, achteruit of opzij gaat, de natuur van de handeling die je doet is bij een vechtkunst áltijd vooruit, naar de ander tóe. Of je dat nou direct of indirect doet.
De vormgeving van je handeling is afhankelijk van het framework aan principes dat je hanteert.

3.- hoe ga je om met je yi - 'aandacht/intentie'?
Soms hoor je iemand zeggen dat al je focus en intentie als het ware in, of zelfs àchter, de ander moet zijn.
Dit is in tegenspraak met het gezegde "yi shou dantian", 'de yi moet in het dantian bewaard blijven'.

Als we er analytisch naar kijken is het sterke punt van een focus in of achter je doel uiteraard dat, áls je raakt, je ook wel heel erg hárd raakt. Maar je oefent geen krijgskunst omdat je succes hèbt, je oefent een dergelijke kunst om te bestuderen hoe je toch succes kunt hebben als de dingen mis dreigen te gaan.
Als je nu je focus in of achter je doel hebt, dan heb je je intentie dus in je extremiteiten: in je hand of voet. Dat betekent, omgekeerd geredeneerd, dat als het mis gaat (en 'anything that can go wrong, will go wrong'wiki) je relatief veel tijd nodig hebt om te recupereren en te switchen naar een volgende focus, lees: met je andere hand of voet handelen, wisselen van aanval naar verdediging (want lange afstandsfocus-stijlen kennen een onderscheid tussen aanval en verdediging), enzovoorts.

'Tai Chi is rond'
Nu is een kenmerk van de Tai Chi die wij beoefenen dat alle bewegingen rond zijn; er zijn geen uitgestrekte/overstrekte ledematen: Tai Chi werkt als een bal. Door middel van qi-training leer je 'vol' te zijn van binnen, en dat voelt altijd en per definitie alsof je een bal bent; die bal gooi je vervolgens tegen de ander aan langs datgene wat hij uitsteekt -arm of been- waardoor er twee dingen gebeuren: (1) op sommige plekken tegen de ander kun je doorbewegen, op andere word je afgestopt; en zo ontstaat jouw vormgeving. Dus niet 'jij hebt het idee voor deze of die handeling en probeert die vervolgens aan de ander op te leggen', maar je doet gewoon maar wat, je bent toch rond tenslotte, en laat de ander jouw actie, jouw vormgeving, creëren.

Die actie is echter nog zonder power, maar ook die power zet je niet zelf aan maar laat je door de ander gecreëerd worden: we zeggen dan "de ander vernietigt zichzelf via mij". Dit doe je door middel van (2) yi shou dantian: door je intentie voortdurend in je dantian te houden blijft ook je qi in je dantian. Als je goed geoefend hebt in 'staan' en mediteren en dergelijke heb je veel qi, dus er ontstaat nu redelijk wat 'ronde' (want als je iets comprimeert, 'samenbalt', wordt het altijd rond) compressie.
Als je nu jezelf tegen de ander aangooit èn die ander gaat ook nog eens druk op jóu uitoefenen neemt de compressie toe, en toe, en toe... tot de druk zó groot is dat er overdruk ontstaat, en dan 'ontploft' de boel.
Dit is een omschrijving, inderdaad, van de werking van fa jing, èn het is de belangrijkste reden waarom de yi in het dantian moet zijn en niet in of achter de tegenstander.

Dus: ken je eigen aard, begrijp de natuur van je handeling en oefen je om je yi in je dantian te houden.

Maar goed, praten is één en doen is twee. Makkelijk is het níet: ik kan er zelf maar een fractie van, dus kijk maar wat je ervan meepikt.